Vermindering van diagnostiek en overbehandeling bij RS-virus-bronchiolitis na geprotocolleerde behandeling

Tijdschr Kindergeneeskd. 2008;76(1):2-8. doi: 10.1007/BF03078168.
[Article in Dutch]

Abstract

Purpose: Evaluating the guideline 'Diagnosis and treatment of respiratory syncytial (RS) virus bronchiolitis' on the number of chest X-rays, C-reactive proteïn (CRP) counts, leukocyte counts, and antibiotic prescriptions in infants admitted to hospital with RS bronchiolitis.

Design: Retrospective 'before-after' cohort study.

Location: Canisius-Wilhelmina Hospital, Nijmegen, The Netherlands.

Patients: Infants admitted with proven RS virus infection.

Methods: Guidelines, including sound restriction of performance of X-rays, CRP and leukocytes, were introduced in February 2003. Data from infants admitted with RS virus infection during 1997- 1999 (cohort A) were compared with those admitted from 2003- April 2006 (cohort B)Results: There were 155 infants in cohort A and 170 in cohort B. Implementation of guidelines led to significant reductions of CRP and leukocyte determinations: 49.0% and 48.2%, respectively (both p<0.001) and X-rays: 30.3% (p=0.020). Numbers of antibiotic prescriptions decreased with 55% (p<0.001). The chance of antibiotic prescription increased significantly when X-rays (OR=5.2), CRP (OR=5.4), or leukocytes (OR=4.2) were done. After implementation of the guidelines, the median stay in hospital decreased significantly from 8.0 to 6.0 days (p<0.001; ranges 1-13 days and 2-23 days, respectively). Performing X-ray, CRP or leukocytes, or antibiotic prescription did not significantly alter the total duration of hospital stay.

Conclusion: Implementation of the guidelines led to significant decreases in numbers of X-rays, CRP and leukocytes determinations, and antibiotic prescriptions. Our data support the restrictive use of chest X-rays, CRP and leukocyte determinations in infants, admitted to hospital with RS virus bronchiolitis.

Doel: Evalueren of invoering van een protocol ’Diagnostiek en behandeling van RS-virus-bronchiolitis’ leidt tot minder thoraxfoto’s, minder C-reactieve proteïne (CRP-) en leukocytenbepalingen en minder antibioticavoorschriften bij opgenomen kinderen met respiratoir syncytieel (RS-)bronchiolitis

Opzet: Retrospectieve ‘vóór-ná’-cohortstudie.

Plaats: Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, Nijmegen

Patiënten: Opgenomen kinderen met bewezen RS-virusinfectie

Methoden: Het protocol, met duidelijke restricties voor wat betreft het maken van een thoraxfoto en het bepalen van CRP en leukocyten, werd in februari 2003 ingevoerd. Data van kinderen met RSvirusinfectie opgenomen in de periode 1997 t/m 1999 (cohort A) werden vergeleken met die van kinderen opgenomen van 2003 t/m april 2006 (cohort B).

Resultaten: Cohort A omvatte 155 kinderen en cohort B 170. Na invoering van het protocol nam het aantal CRP- en leukocytenbepalingen af met respectievelijk 49,0% en 48,2% (beide p<0,001) en het aantal thoraxfoto’s met 30,3% (p=0,020). Antibioticatoediening nam af met 55% (p<0,001). De kans op het krijgen van antibiotica nam significant toe zodra een thoraxfoto werd gemaakt (OR=5,2), een CRP-bepaling werd gedaan (OR=5,4) of een leukocytenbepaling werd verricht (OR=4,2). De mediane opnameduur nam na invoering van het protocol significant af van 8,0 naar 6,0 dagen (p<0,001; range 1-13 dagen en 2-23 dagen, respectievelijk). Het verrichten van CRP- en leukocytenbepalingen, het maken van een thoraxfoto of antibioticatoediening hadden geen significante invloed op de opnameduur.

Conclusie: Invoering van het protocol leidde tot significante afname van het aantal thoraxfoto’s, CRP- en leukocytenbepalingen en antibioticavoorschriften. Onze gegevens ondersteunen een restrictief beleid met betrekking tot het verrichten van thoraxfoto’s, CRP- en leukocytenbepalingen bij in het ziekenhuis opgenomen kinderen met RS-virus-bronchiolitis

Publication types

  • English Abstract