Background: To this date, there is little to no interprofessional collaboration between professionals in general and occupational health care in the Netherlands. Where earlier initiatives for improvement focused on general practitioners (GPs) and occupational physicians (OPs), we examine the role that professionals working under task delegation of GPs and OPs can play in addressing problems on multiple life domains as well as in interprofessional collaboration.Methods: We conducted three focus group interviews with 7 assistant practitioners (APs) in general practice, 11 practice nurses (PNs) in general practice and 8 APs in occupational health practice.Results: All PNs and APs in our study are confronted with multi-domain problems and see a role for themselves in addressing these problems. Moreover, in case of multi-domain problems, they acknowledge the relevance of interprofessional collaboration to provide good care. At this moment, however, there is practically no collaboration at the level of PNs and APs. Challenges are found in the formal task delegation and role identity of the APs in occupational health practice, unfamiliarity and prejudices among especially general practice PNs and APs regarding occupational health care, and practical barriers as privacy laws and reachability.Conclusion: Interprofessional collaboration among PNs and APs in general and occupational health care is possible, provided that a solution is found for fundamental and practical challenges. Potential solutions are to shift the focus from sharing medical information to communicating about the needs of working patients to function healthily on multiple life domains, to address interprofessional collaboration in educations, to adapt consultation protocols to include work and to organize joint meetings between professionals in general and occupational health practice. Finally, addressing structural barriers such as privacy laws and financing requires political action.
Achtergrond: Momenteel is er nauwelijks sprake van arbocuratieve samenwerking tussen de eerstelijns- en bedrijfsgezondheidszorg. Waar eerdere initiatieven tot verbetering vooral gericht waren op de huis- en bedrijfsarts, onderzoeken we in deze bijdrage welke rol praktijkondersteuners van de huisarts (POH-ggz en POH-S) en van de bedrijfsarts (POB) voor zichzelf zien bij multiproblematiek. Tevens exploreren we welke belemmeringen er zijn voor arbocuratieve samenwerking door praktijkondersteuners bij multiproblematiek.
Methode: We hebben drie focusgroepgesprekken uitgevoerd met zeven POH’s-ggz, elf POH’s‑S en acht POB’s – 26 praktijkondersteuners in totaal.
Resultaten: De praktijkondersteuners in ons onderzoek komen tijdens hun werk in aanraking met multiproblematiek. POH’s en POB’s zien een rol voor zichzelf weggelegd bij het bespreken en het bieden van ondersteuning bij respectievelijk werk- en privégerelateerde klachten. Daarbij erkennen ze, waar nodig, het belang van arbocuratieve samenwerking om goede zorg te leveren. Op dit moment vindt er echter geen directe samenwerking plaats op het niveau van de praktijkondersteuner. Belemmeringen hiervoor blijken de formele regels rond taakdelegatie en rolopvatting van de POB, onbekendheid en vooroordelen bij vooral POH’s wat betreft de bedrijfsgezondheidszorg, en praktische barrières als de AVG-wetgeving en bereikbaarheid.
Conclusie: POH’s en POB’s staan open voor arbocuratieve samenwerking, mits een oplossing gevonden wordt voor deze fundamentele en praktische belemmeringen.
Keywords: Assistant practitioner; Interprofessional cooperation; Occupational health care; Practice nurse; Primary health care.
© The Author(s) 2022.