Mark Brandenburg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Köpenick - Koppeling(en) gewijzigd naar Berlin-Köpenick
VulpesVulpes42 (overleg | bijdragen)
k (GR) File:Wappen Mark Brandenburg 1945-1952.pngFile:Coat of arms of Mark Brandenburg 1945-1952.svg Full‐color version of the emblem. (Sorry for writing in English.)
 
(43 tussenliggende versies door 27 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1:
{{Infobox historisch land
| Naam in Landstaal= Mark/Markgrafschaft Brandenburg
| Status=[[Keurvorst]] binnen het [[Heilige Roomse Rijk]]<br />[[Brandenburg-Pruisen|Personele unie]] met [[Pruisen (hoofdbetekenis)|Pruisen]]
| Voor1=Noordmark
| Vlag_Voor1=
| Na1=BrandenburgKoninkrijk (provincie)Pruisen
| Vlag_Na1=FlaggeFlag Preußenof -the ProvinzKingdom Brandenburgof Prussia (1803-1892).svg
| Jaar van ontstaan=1157
| Jaar van afloop=1806
Regel 11:
| Vlagartikel =
| Wapen = [[Bestand:Wappen Mark Brandenburg.png|80px|Wapen van Keur-Brandenburg]]
| Kaart = MarkBrandenburgKarte Mark Brandenburg 1320.png
| Kaartjaar=Brandenburg in 1320
| Hoofdstad = [[Berlijn (hoofdbetekenis)|Berlijn]]
| Regeringsvorm = [[Monarchie]]
| Staatshoofd = [[Markgraaf]], [[keurvorst]]
Regel 24:
| religie =
| voorlopers =
| Dynastie = [[Ascaniërs]], [[Wittelsbach]], [[Huis Luxemburg|Luxemburg]], [[Huis Hohenzollern|Hohenzollern]]
| munteenheid =
}}
 
(de)De '''Markmark Brandenburg''' of (het) '''Markgraafschapmarkgraafschap Brandenburg''' was een [[markgraaf]]schap en [[keurvorst]]endom (''Keur-Brandenburg'', ''Keur-Mark'') in het oosten van het [[Heilige Roomse Rijk]]. Al verheven tot keurvorsten kwamen de heersers van Brandenburg in 1618 in het bezit van het [[hertogdom Pruisen]]. Na de verheffing van Pruisen tot koninkrijk in 1701 werd Brandenburg meestal als deel van Pruisen beschouwd, hoewel het formeel tot 1806 als zelfstandige staat bleef voortbestaan.
 
== Geografie ==
Het gebied van het markgraafschap ligt in het oosten van het tegenwoordige [[Duitsland (hoofdbetekenis)|Duitsland]] en het westen van [[Polen (hoofdbetekenis)|Polen]]. Geografisch omvat het de gebieden van de [[Deelstaten van Duitsland|Duitse deelstaten]] [[Brandenburg (deelstaat)|Brandenburg]], [[Berlijn (hoofdbetekenis)|Berlijn]], de streek [[Altmark (streek)|Altmark]] van [[Saksen-Anhalt]] en de [[Neumark]], die nu verdeeld is tussen de [[woiwodschap|woiwodschappen]] [[Lubusz (woiwodschap)|Lubusz]] en [[West-Pommeren]]. Delen van de huidige deelstaat Brandenburg zoals [[Neder-Lausitz]] en de gebieden die tot 1815 onderdeel uitmaakten van het [[Koninkrijk Saksen]] hoorden niet bij het gebied van de mark. Het huidige Land Brandenburg en de voormalige Mark Brandenburg vallen dus niet samen.
 
Het gebied werd gevormd tijdens de laatste [[Weichselien|ijstijd]] en was een streek van [[morene]]s, ijsvalleien en vele meren. De mark werd afgebakend door twee depressies en heuvelruggen. De depressies werden afgescheiden door rivieren en meren, [[moeras]]sen en [[veen (grondsoort)|veenveengronden]] gronden aan de kust. Deze gronden werden gebruikt om [[turf (brandstof)|turf]] te winnen, zijn nu ontgonnen en droog.
 
De noordelijke lanruglandrug of de [[Baltische landrug]] van het [[Mecklenburgse Merenplateau]] had weinig srektestrekte zich amper op over Brandenburg. De circa 230 kilometer lange heuvelrug in het zuiden van de mark begint in het [[Lausitzer Bergland]] bij [[Żary]] en loopt door langs [[Trzebiel]] en [[Spremberg]], dan noordwestwaarts langs [[Calau]] en het eindigde in de barre en droge [[Fläming]]-stuwwal. De zuidelijke depressie ligt ten noorden van de heuvelrug die door het [[Spreewald]] tussen [[Baruth/Mark|Baruth]] en [[Plaue an der Havel]] loopt. De noordelijke depressie ligt ten zuiden van de Baltische heuvelrug en wordt afgebakend door de laaglanden van de rivieren the [[Noteć]] en [[Warta (rivier)|Warta]], het [[Oderbruch]], het bekken van de [[Finow (rivier)|Finow]], de moerassen van het [[Landkreis Havelland|Havelland]] en de rivier de [[Oder]].
 
[[Bestand:Provinz Brandenburg 1905.png|thumb|left|300px|Provincie Brandenburg, circa 1905.]]
 
Tussen de twee depressies is een laag plateau dat uitstrekt van [[Poznań (stad)|Poznań]] ten oosten van Brandenburg door [[Torzym|Torzym (Sternberg)]] in de Neumark het [[Spree]]plateau en de [[Mittelmark]]. Van het zuidoosten tot het noordwesten is het plateau door het laagland van de rivieren de [[Leniwa Obra]] en de Oder, de stroomgebieden van de [[Neisse (rivier)|Lausitzer Neisse]], de benedeloopbenedenloop van de Spree en de Havelvallei. Tussen deze valleien ziijzijn een aantal hooglanden en plateaus rond de steden [[Landkreis Barnim|Barnim]], de [[Teltow (streek)|Teltow]], de Semmelberg bij [[Bad Freienwalde (Oder)|Bad Freienwalde]] (157 m), de Müggelberg bij [[Berlin-Köpenick|Kopernick]] (115 m), de Havelberg (97 m) en de Rauenheuvels bij [[Fürstenwalde (Spree)|Fürstenwalde]] (112 tot 152 m).
 
De bodem van het gebied bestaat voornamelijk uit droge [[zand (hoofdbetekenis)|zanderige]]erige grond, grote gebieden waar [[Den (geslacht)|dennenbonen]] en [[Dophei|erica]] groeit. In de hooglanden en de plateaus is de bodem [[leem|lemig]] die grond kan goed gebruikt worden voor landbouw.
 
De bodem van het gebied bestaat voornamelijk uit droge [[zand (hoofdbetekenis)|zanderige]]erige grond, grote gebieden waar [[Den (geslacht)|dennenbonen]] en [[Dophei|erica]] groeit. In de hooglanden en de plateaus is de bodem [[leem|lemig]] die grond kan goed gebruikt worden voor landbouw.
 
Mark Brandenburg had een koel landklimaat met temperaturen rond 0  °C in januari en februari en rond 18  °C in juli en augustus. Er valt tussen 500 mm en 600 mm neerslag per jaar, waarvan het meeste in de zomer valt.
 
== Geschiedenis ==
Regel 52:
[[Bestand:Karte havellandzaucheteltow.png|thumb|300px|Brandenburg, ca. 1150.]]
 
De oorspronkelijke bewoners van Brandenburg, Germaanse stammen als de [[Sueben]] en de [[Longobarden]], maakten in de tijd van de [[Grote Volksverhuizing|volksverhuizing]]en plaats voor [[Saksen (volk)|Saksen]], die in het noordwesten van Brandenburg woonden, en [[Slavische volkeren|Slavische]] stammen zoals de [[Sprewanen]] en de [[Havelli]]. De Slaven trouwden met de Saksen en de Bohemers. Na de [[Saksenoorlogen]] werd het gebied in het [[Karolingische Rijk]] opgenomen en kreeg het onder [[Karel de Grote (hoofdbetekenis)|Karel de Grote]] de naam ''[[Noordmark]]'', in 1304 vermeld als de [[Altmark (streek)|Altmark]]. Het moest het [[Stamhertogdomstamhertogdom Saksen]] beschermen tegen de Slaven. Hierom werd markgraafschap Noord-Saksen opgericht. Ook de de bisdommen [[Bisdom Brandenburg|Brandenburg]] en [[Bisdom Havelberg|Havelberg]] werden in 945 en 949 na de [[kerstening]] van de Slaven voor dit doel opgericht. De twee bisdommen waren onderdeel van het [[Prinsbisdomprinsbisdom Mainz]].
 
Koning [[Hendrik de Vogelaar]] veroverde het gebied en de stad ''Branibor'' ([[Brandenburg an der Havel]]) in 928-929. Door zijn zoon, [[Keizer Otto I de Grote]], ontwikkelde het gebied zich in 936 onder leiding van markgraaf [[Gero (markgraaf)|Gero]] tot een nieuwe ''Noordmark'', meer noordoostwaardsnoordoostwaarts gelegen dan de eerdere Noordmark, later ''Altmark'' geheten. Dat het gebied meer noordoostwaarts was gelegen, kwam door de eerste fase van de Duitse [[Oostkolonisatie|Ostsiedlung]]. Na de dood van markgraaf Gero werd de Noordmark van de rest van Saksen gescheiden. Noordmark en de bisdommen gingen verloren door een [[Slavische opstand (983)|opstand van de Slavische]] [[Wenden (volk)|Wenden]] in 983. Tot de ondergang van het bondgenootschap tussen de Wenden en de Lausitzers in het midden van de 11e eeuw bleef het gebied onafhankelijk van het Heilige Roomse Rijk. De opbouw van het bestuur van het Heilige Roomse Rijk kwam in het noordoosten, ondanks het opzetten van bisdommen en marken, voor 150 jaar tot stilstand.
 
Prins [[Pribislav van Brandenburg|Pribislav]] van [[Havelland]] heerste vanaf 1127 over het slot ''Brenna'' (Brandenburg an der Havel). Tijdens zijn heerschappij werden nauwe banden met de Duitse adel en het Heilige Roomse Rijk onderhouden. De hoofdstad werd verplaatst naar Spandau. De oostgrens tussen de Havelli en de Sprewanen werd erkend als de Havel-Nuthegrens. Prins [[Jaxa van Köpenick]] van de Sprewanen leefde in [[Berlin-Köpenick|Köpenick]] ten oosten van deze grens.
Regel 61:
[[Bestand:Albrecht Wiggerl.JPG|left|thumb|300px| standbeeld van [[Albrecht de Beer|Albrecht van Brandenburg]] op de [[Siegesallee]], geflankeerd door bisschop Wigger van Brandenburg and bisschop [[Otto van Bamberg]].]]
 
Tijdens de tweede fase van de Ostsiedlung kreeg [[Albrecht de Beer]], uit het Huis der [[Ascaniërs]], de Noordmark in leen. Hij breidde met zijn oostwaartse politiek het gebied uit waarbij hij delen van de [[Prignitz]] en het [[Havelland]] verwierf. Vanaf 1123-5 haalde hij banden aan met Pribislav. Zijn zoon [[Otto I van Brandenburg|Otto]] kreeg de regio Zauche als doopcadeau. In 1134 werd Albrecht door [[keizer Lotharius III]] als markgraaf van de Noordmark aangewezen. HIjHij noemde zich, nadat hij zijn residentie naar Brandenburg had verplaatst, als eerste 'markgraaf van Brandenburg'. Pribislav werd tot koning verheven, maar dit werd later teruggedraaid. In hetzelfde jaar zorgde Albrecht voor de opvolging door de inboedel van de kinderloze Pribislav in te nemen. Na de dood van Pribislav in 1150 ontving Albrecht in 1150 het hof van het Havellandse Brenna. De Ascaniers begonnen met de bouw van het [[Citadel van Spandau|kasteel van Spandau]].
 
In tegenstelling met hun leiders die het Christendomchristendom aannamen, aanbad het gewone volk uit het Havelland de Slavische goden en ze waren tegen het aantreden van Albert. Jaxa van Köpenick, een mogelijk familielid van Pribislav, maakte ook aanspraak op Brandenburg. Dit deed hij door middel van geweld en met [[Koninkrijk Polen (1025-1385))|Poolse]] hulp nam hij het Havelland in bezit. Ouder historisch onderzoek dateerde deze verovering in 1153, maar er zijn geen zekere bronnen voor deze datum. Moderne historici, zoals Lutz Partenheimer, dateren deze gebeurtenis in de lente van 1157, omdat het volgens hem anders onwaarschijnlijk zou zijn dat Albert vier jaar niet op de handelingen van Jaxa zou reageren.
 
Na een bloedige overwinning op 11 juni 1157 kreeg Albert de mogelijkheid Brandenburg terug te veroveren. Hij wist Jaxa uit het gebied te verjagen en een nieuwe heerlijkheid te creëren. Albert liet zich betitelen als markgraaf van Brandenburg. (''Adelbertus Die gratia marchio in Brandenborch'') en zo ontstond op 3 oktober 1157 het nieuwe markgraafschap Brandenburg.
Regel 71:
In de volgende 150 jaar verwierven de Ascaniers de [[Uckermark]], de regio’s Teltow en Barnim ten oosten van de Havel en de Nuthe en ze breidden het gebied van de mark uit naar de rivier de Oder. Met het bemachtigen van de [[Neumark]] (‘’Nieuwe mark”) ten oosten van de Oder werden de [[Lebus]] en de [[Lausitz]] verkregen door aankoop van land, huwelijk en steun aan de Poolse [[Piasten]].
 
Door de zanderige ondergrond van grote delen van Brandenburg die slecht was voor landbouw, werd het gebied bekend als “de [[zandbak]] van het Heilige Roomse Rijk”. Albrecht liet het gebied door Westfaalse en Frankische immigranten uit de Altmark, [[Fläming]], de [[Harz (gebergte)|Harz]] en het [[Rijnland (Duitsland)|Rijnland]] immigranten het gebied koloniseren. Na de innamen van gebied langs de Elbe en de Havel in 1160 kwamen [[Nederlanders]] en [[Vlamingen]] naar Brandenburg omdat ze kennis hadden om [[Dijk (waterkering)|dijken]] te bouwen. De verdediging van Brandenburg lieten de Ascaniers over aan [[Ridder (ruiter)|ridders]] die in dorpen werden geplaatst en [[Burcht (kasteel)|kastelen]] stonden in de grensregio van de Neumark. Na de afname keizerlijke macht in de 14e eeuw, begonnen de ridders kastelen te bouwen in het hele graafschap waarmee ze hun onafhankelijkheid zeker stelden.
 
Tijdens het bewind van de Ascaniers ontstonden steden als [[Berlin-Köpenick|Köpenick]], [[Berlin-Spandau|Spandau]], [[Cölln]], [[Berlijn (hoofdbetekenis)|Berlijn]] en [[Frankfurt (Oder)|Frankrurt an der Oder]] en werd de Slavische bevolking talig en cultureel geassimileerd.
 
Na de dood van Albrecht in 17701170 werd hij opgevolgd door zijn zoon [[Otto I van Brandenburg]]. De Ascaniers hadden een politiek van het uitbreiden van het gebied naar het oosten en het noordoosten met het doel om door [[Pommeren (streek)|Pommeren]] de [[Oostzee|Baltische Zee]] te bereiken Deze politiek bracht ze in conflict met de koning van [[Denemarken]]. Na de [[Slag bij Bornhöved (1227)|Slag bij Bornhöved]] in 1227 gaf Otto zijn claim op Pommeren op, maar hij kreeg het van [[Keizer Frederik II]] in 1231 als vazal in leen. Het midden van de 13e eeuw was een periode van belangrijke ontwikkelingen voor het Ascanische huis. Ze verworven de stad [[Szczecin|Stettin]] en de [[Uckermark]] in 1250. Dit gebied ging later verloren aan het [[Hertogdom Pommeren]]. [[Hendrik de Jonge van Brandenburg]] was de laatste Ascanische graaf die stierf in 1320 en hiermee stierf de dynastie uit.
 
===Onder de Wittelsbachers===
[[Bestand:HRR 14Jh.jpg|thumb|300px|Het Heilige Roomse Rijk van 1273 tot 1378.
{{legenda|#ca9233|Gebieden van [[Huis Habsburg|Habsburg]]}}
{{legenda|#a482be|Gebieden van [[Huis Luxemburg|Luxemburg]]}}
{{legenda|#b1c35f|Gebieden van [[Wittelsbach]]}}]]
 
Na het uitsterven van de Brandenburgse Ascaniërs in 1320 beleende [[Keizerkeizer Lodewijk de Beier]], uit het Huis [[Wittelsbach]], zijn zoon [[Lodewijk V van Beieren|Lodewijk de Brandenburger]] met het markgraafschap. Lodewijk de Beier versloeg de [[Habsburgers]] (de "Brandenburger") in 1323. Het gevolg van de moord op provoost [[Nikolaus von Bernau]] in 1325 was dat Brandenburg gestraft werd met het pauselijke [[interdict]]. Vanaf 1328 voerde Lodewijk een oorlog tegen Pommeren, dat in zijn ogen een opstandige vazal was, en deze oorlog (onderdeel van het langlopende [[Brandenburgs-Pommers conflict]]) eindigde in 1333. Markgraaf Lodewijk I werd niet erkend door de lokale Brandenburgse adel. Na de dood van keizer Lodewijk IV in 1347 werd het markgraafschap geconfronteerd met de [[Valse Waldemar]], die zich voordeed als de afgezette markgraaf [[Waldemar van Brandenburg]]. De valse Waldemar werd erkend als markgraaf van Brandenburg op 2 oktober 1348 door [[keizer Karel IV]] uit het [[huis Luxemburg]]. Na een vredesovereenkomst tussen de Luxemburgers en de Wittelsbachers in [[Eltville]] werd de valse Waldemar uit zijn ambt gezet omdat hij de keizer bedrogen had. In 1351 gaf Lodewijk het markgraafschap aan zijn jongere halfbroers [[Lodewijk VI van Beieren|Lodewijk II]] (de "Romein") en [[Otto V van Beieren|Otto V]] in ruil voor de alleenheerschappij vanover [[Hertogdomhertogdom Opper-Beieren (1255-1340)|Opper-Beieren]].
]].
 
Lodewijk eiste dat de valse Waldemar zijn rechten op Brandenburg opgaf. Hij wist Brandenburg door geweld en intrige te verwerven en de valse Waldemar te verjagen. De markgraaf van Brandenburg werd door de [[Gouden Bul]] van [[Gouden Bul van 1356|van 1356]] bevestigd in de sinds 1257 bestaande status van keurvorst. Het graafschap werd een "keurvorstendom" (''Kurfürstentum'') van het Heilige Roomse Rijk. De markgraaf van Brandenburg had de titel van "Aarts-[[Kamerheer]] van het Rijk". Na de dood van Lodewijk in 1365 nam [[Otto V van Beieren]] de heerschappij in Brandenburg over. Hij verwaarloosde de mark en verkocht Neder-Lausitz, watdat hij aan het [[Hertogdom Bohemen]] van het [[Huis Wettin]] beloofd had, echter in 1367 schonk hij dit gebied aan keizer Karel IV in 1367. Een jaar later verloor hij de stad [[Wałcz|Deutsch Krone]] aan koning [[Casimir III van Polen]].
 
===Onder de Luxemburgers===
Sinds het midden van de 14e eeuw deed keizer Karel IV meerdere pogingen om Brandenburg voor de Luxemburgers te verwerven. Controle over de stem van het keurvorstendom zou de uitverkiezing van de Luxemburgers bij de volgende koninklijke verkiezing verzekeren, omdat zij de stem van het keurvorstendom Bohemen al hadden. In 1373 verkreeg Karel IV het keurvorstendom van markgraaf Otto nadat hij hem 50.000 guldens had betaald. Op de [[Landdag]] in [[Guben]] verenigde Karel Brandenburg met de Lausitz enonder hetde Koninkrijk[[Landen Bohemenvan de Boheemse kroon|Boheemse kroon]]. Hierna stond hij het af aan zijn zoon [[Wenceslaus (Rooms-koning)|Wenceslaus van Luxemburg]]. De Luxemburgers kozen, volgens het "Brandenburger Landbuch" een bron voor middeleeuwse nederzettingen in Brandenburg uit die tijd, het slot [[Tangermünde]] als hun residentie. De broer en opvolger van Wenceslaus, [[Keizer Sigismund]] verpandde het in 1388 aan [[Jobst van Moravië]].
 
Onder het bestuur van Jobst van Moravië nam de macht van Brandenburg af. De Neumark werd verpand aan de ridders van de [[Duitse Orde]], die weinig aandacht hadden voor deze regio. Brandenburg viel onder het bestuur van de lokale adel, omdat het centrale gezag van de Wittelsbachers en de Luxemburgers afnam.
Regel 97 ⟶ 96:
{{Legenda|#FFA07A|[[Lutheranisme|luthers]]}}
{{Legenda|#FA8072|[[Calvinisme|calvinistisch]]}}
{{Legenda|#FFA500|[[Zwingliaan|zwingliaanszwingliaan]]s}}
{{Legenda|#FF69B4|[[Hussieten|hussitisch]]}}
{{Legenda|#9370DB|[[Rooms-katholiekeKatholieke Kerk|rooms-katholiek]]}}
<small>Religieus gemengde gebieden zijn gearceerd.<br />Blauw doorstreepte gebieden zijn tijdens de reformatieoorlogen geherkatholiseerd.</small>
]]
 
Als tegenprestatie voor de steun aan Sigismund bij de keizersverkiezing in 1410 te [[Frankfurt am Main|Frankfurt]] werd burggraaf [[Frederik I van Brandenburg|Frederik VI]] van [[Burggraafschap Neurenburg|Neurenburg]] uit het huis [[Huis Hohenzollern|Hohenzollern]] tot erfelijk stadhouder benoemd. De rebellerende [[Junker]]s, waaronder de [[Von Quitzov]], waren tegen zijn benoeming, maar Frederik wist met [[artillerie]] de Junkers te verslaan. Het gebied van sommige ridders werd geconfisqueerd en de ridders gaven op 20 maart 1414 hun verzet op en ze steunden [[Tangermünde]]. Op 18 april 1417 werd hij bij het [[Concilie van Konstanz]] officieel als markgraaf en keurvorst erkend en als zodanig heette hij Frederik I van Brandenburg. Hij werd ook tot aartskamerheer van het Heilige Roomse Rijk benoemd. Zijn zoon en opvolger Frederik II de IJzeren brak de macht van de steden en kreeg de Neumark, die Sigismund in 1402 aan de [[Duitse Orde]] had verkocht, weer in zijn bezit.
 
Frederik I maakte van Berlijn de residentie, waar hij niet zelf woonde, omdat hij zijn laatste dagen liever sleet in zijn Frankische bezittingen. Hij liet het bestuur van Brandenburg over aan zijn oudste zoon [[Johan van Brandenburg|Johan de Alchemist]]. De volgende keurvorst [[Frederik II van Brandenburg]] droeg rechten van de centrale overheid naar de steden Berlijn en [[Cölln]] en hiermee gaf hij het voorbeeld aan andere steden in Brandenburg. Hij heroverde de Neumark van de Duitse Orde door het [[Verdrag van Colin en Mewe]], waarna hij het gebied opnieuw opbouwde. Het lange conflict van Brandenburg met het [[Hertogdom Pommeren]] eindigde met de [[Verdragen van Prenzlau]] die werden getekend in 1448, 1472 en 1479.
Regel 109 ⟶ 108:
Zijn broer en opvolger [[Albrecht Achilles van Brandenburg|Albrecht III Achilles]] bepaalde met de [[Dispositio Achillea]] in 1473 de ondeelbaarheid van Brandenburg door de instelling van de [[primogenituur]] en splitste de Frankische vorstendommen [[Brandenburg-Ansbach|Ansbach]] en [[Brandenburg-Bayreuth|Bayreuth]] van het keurvorstendom af.
 
Keurvorst [[Joachim II Hector van Brandenburg|Joachim II Hector]] van Brandenburg accepteerde de [[Reformatie]] in 1539. Sommige latere keurvorsten bekeerden zich tot het [[calvinisme]], maar de bevolking bleef voornamelijk [[lutheranisme|luthers]]. Bij de troonsbestijging van hertog [[Albrecht Frederik van Pruisen|Albrecht Frederik]] in 1568 werd Joachim mede beleend met [[Pruisen (hoofdbetekenis)|Pruisen]].
 
De Hohenzollern zochten naar manieren om vanuit een magere uitgangspositie het gebied uit te breiden en dit bracht hen in conflict met de omliggende landen. Joachim II zag zijn kans toen hertog [[Johan Willem van Kleef]] in 1609 kinderloos stierf. Zijn oudste nicht [[Anna van Pruisen-Gulik]] was getrouwd met de achterkleinzoon van Joachim, [[Johan Sigismund van Brandenburg|Johan Sigismund]] en verkreeg bij het [[Verdrag van Xanten]] na de [[Gulik-Kleefse Successieoorlog]] het hertogdom [[Hertogdom Kleef|Kleef]], de graafschappen [[Graafschap Mark|Mark]], [[Graafschap Ravensberg|Ravensberg]] en de [[land van Ravenstein|heerlijkheid Ravenstein]] in de [[Westfalen (streek)|Westfalen]] en het [[Rijnland (Duitsland)|Rijnland]], zo'n 100 kilometer ten westen van Brandenburg.
Regel 126 ⟶ 125:
 
====Koninkrijk Pruisen====
{{Zie hoofdartikel|Koninkrijkkoninkrijk Pruisen|Brandenburg (provincie)}}
In 1701 kreeg [[Frederik I van Pruisen|Frederik III]], zoon van Frederik Willem, en regerend van 1688 tot 1713, na jarenlang onderhandelen met [[keizer Leopold I]] in ruil voor zijn steun aan Keizer Leopold I tijdens de [[Spaanse Successieoorlog]], het recht om de status van Pruisen van hertogdom tot koninkrijk te verheffen en het recht om de titel ''koning in Pruisen'' te voeren. Op 18 januari 1701 kroonde Frederik zichzelf als Frederik I, [[koning in Pruisen]]. Pruisen lag in tegenstelling tot Brandenburg buiten het Heilige Roomse Rijk en binnen het rijk mochten alleen de heerser van Bohemen en de Rooms-koning zichzelf koning noemen. De titel van koning had meer prestige dan die van keurvorst dus de heersers van Brandenburg-Pruisen presenteerden zich uiteraard liever als koning (formeel waren ze dat alleen in Pruisen) dan als keurvorst van Brandenburg. Het gebied van de Hohenzollern zou al snel bekend komen te staan als het [[Koninkrijkkoninkrijk Pruisen]]. De machtsbasis lag echter niet in Pruisen, maar in Brandenburg. Wettelijk gezien bestuurden de Hohenzollern Brandenburg als een personele unie met Pruisen, maar de Hohenzollern bleven de titel van keurvorst van Brandenburg gebruiken zolang het keizerrijk bestond. Brandenburg bleef onderdeel van het Heilige Roomse Rijk, maar de macht van de keizer over het rijk stelde in die tijd niets meer voor, omdat de titel alleen nog nominaal gebruikt werd. Om deze reden werd Brandenburg eerder behandeld als ''de facto'' onderdeel van het koninkrijk Pruisen dan als een autonome eenheid. Na 1701 werd de Hohenzollernse eenheidsstaat kortweg "Pruisen" genoemd, al was niet het dunbevolkte Pruisen maar Brandenburg met verreweg de grootste bevolkingsconcentraties de kern van het rijk. Van een zelfstandige geschiedenis van Brandenburg was evenwel geen sprake meer.
 
Van 1701 tot 1946 liep de geschiedenis van Brandenburg gelijk met die van Pruisen, dat zich tijdens de 18e eeuw ontwikkelde tot een grootmacht in Europa. "Soldatenkoning" [[Frederik Willem I van Pruisen]] hervormde het [[Pruisische Leger]], waar zijn zoon [[Frederik II van Pruisen|Frederik de Grote]] tijdens de [[Silezische Oorlogenoorlogen]] en de [[Poolse Delingen]] profijt van had. De feodale heerschappij van het markgraafschap Brandenburg eindigde met de ontbinding van het Heilige Roomse Rijk in 1806. Het markgraafschap werd vervangen door de [[Brandenburg (provincie)|Provincieprovincie Brandenburg]]. Na de [[Napoleontischenapoleontische Oorlogenoorlogen]] werd Brandenburg, net als de rest van Pruisen, onderdeel van het [[Duitse Keizerrijk]] in 1871 tijdens de door Pruisen geleide [[Duitse eenwording|eenwording van Duitsland]].
 
Tijdens de [[Gleichschaltung]] van de provincies door [[Nazinazi-Duitsland]] in de jaren '30 verloor de provincie Brandenburg en de rest van de [[Vrijstaat Pruisen]] alle belang. Het gebied werd onderdeel van de [[Gouw (NSDAP)|Gouw]] "Mark Brandenburg". Tot 1946 was er wel een provincie [[Brandenburg (provincie)|Brandenburg]], waartoe tot 1920 ook de Pruisische hoofdstad Berlijn behoorde.
 
===Na de opheffing van Pruisen===
{{Zie hoofdartikel|Brandenburg (deelstaat)|Berlijn}}
[[Bestand:WappenCoat of arms of Mark Brandenburg 1945-1952.pngsvg|thumb|Wapen van Brandenburg fromvan 1945–52.]]
 
De gouw "Mark Brandenburg" werd na het verlies van Nazinazi-Duitsland in de [[Tweede Wereldoorlog]] in 1945 vervangen door de “[[Deelstaten van Duitsland|deelstaat]]” Brandenburg. Brandenburg verloor in 1945 alle gebieden ten oosten van de [[Oder-Neissegrens]], waaronder de regio Neumark,. kwamenDeze gebieden werden onder Pools bestuur geplaatst. Nadat de grenzen van Polen bij de [[Conferentie van Jalta]] in 1945 erkend werden door de internationale gemeenschap werd het onderdeel van de [[Volksrepubliek Polen]]. Het gebied werd afgescheiden van Duitsland en de [[Duits]]-sprekende bevolking werd [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog|verdreven]] en vervangen door Polen. Brandenburg ten westen van de Oder-Neisse grens werd onderdeel van de [[Sovjet-bezettingszone in Duitsland]]. Na de wettelijke opheffing van Pruisen in 1947 werd binnen de [[Duitse Democratische Republiek|DDR]] de deelstaat [[Brandenburg (deelstaat)|Brandenburg]] opgericht, die echter in 1952 opging in de districten [[Cottbus (district)|Cottbus]], [[Frankfurt an der Oder (district)|Frankfurt an der Oder]], [[Neubrandenburg (district)|Neubrandenburg]], [[Potsdam (district)|Potsdam]] en [[Schwerin (district)|Schwerin]]. Berlijn werd opgedeeld in [[West-Berlijn]] en [[Oost-Berlijn]]. De verdeling van Brandenburg bleef bestaan tot de [[Duitse Hereniging]] in 1990 waarbij de DDR-districten werden afgeschaft. Deze werden vervangen door de heropgerichte deelstaat Brandenburg, met Potsdam als hoofdstad.
 
De 850e verjaardag van de mark Brandenburg werd op 11 juni 2007 officieel gevierd. Het startsein voor het jubileumjaar werd op 23 juni 2006 in de Brandenburger Ritter-Akademie van Brandenburg an der Havel gegeven.
Regel 143 ⟶ 142:
== Heersers ==
*Zie [[lijst van heersers van Brandenburg]]
 
{{Appendix|2=
* {{Bronvermelding anderstalige Wikipedia|taal=en|titel=Margraviate of Brandenburg}}
}}
 
[[Categorie:Historisch land in Duitsland|Brandenburg]]
[[Categorie:Geschiedenis van Brandenburg]]
[[Categorie:Brandenburg an der Havel]]
[[Categorie:Markgraafschap|Brandenburg]]