• hef·fing
enkelvoud meervoud
naamwoord heffing heffingen
verkleinwoord heffinkje heffinkjes

de heffingv

  1. het vorderen, het heffen meestal van belastingen of accijnzen
     De oppositie denkt aan een heffing voor bedrijven die juist goed boeren door de oorlog in Oekraïne en de stijgende prijzen.[2]
  2. het gevorderd bedrag
  3. (letterkunde) lettergreep die een versaccent draagt
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Rutte wil kijken naar toeslag van 500 euro voor lage en middeninkomens” (15 juni 2022), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be