ontvlechten
- Geluid: ontvlechten (hulp, bestand)
- ont·vlech·ten
ontvlechten [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontvlechten |
ontvlocht |
ontvlochten |
klasse 3 | volledig |
- uit elkaar halen van wat samengevoegd is
- Het woord ontvlechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Bjorn Weinreder“Groot onderzoek naar knooppunten Azelo en Buren: snelwegen moeten veiliger” (04-10-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Hengeloos ‘Familiediner’ om fysio-praktijk escaleert” (14-12-2016), Tubantia