Naar inhoud springen

Ali Hassan al-Majid: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Legobot (overleg | bijdragen)
k Verplaatsing van 34 interwikilinks die op Wikidata beschikbaar zijn op d:q214955
Maiella (overleg | bijdragen)
detail
Regel 23: Regel 23:


== Biografie ==
== Biografie ==
Hij was een [[neef]] van de voormalige [[Irak|Iraakse]] dictator [[Saddam Hoessein]] en was onder meer [[minister]] van [[Defensie (landsverdediging)|defensie]] in diens regime. Als de verantwoordelijke achter de [[gifgasaanval op Halabja]], een aanval met [[chemische wapens]] tegen Iraakse [[Koerden]], waarbij in [[1988]] duizenden mensen om het leven kwamen, kreeg hij de bijnamen ''Ali Chemicali'' (met een knipoog naar ''Ali cyaankali'', een lied dat door ''[[Lia Dorana]]'' werd gezongen; in Engelstalige teksten wordt hij ''Chemical Ali'' genoemd) en ''de slager van Koerdistan.''
Hij was een [[neef]] van de voormalige [[Irak|Iraakse]] dictator [[Saddam Hoessein]] en was onder meer [[minister]] van [[Defensie (landsverdediging)|defensie]] in diens regime. Als de verantwoordelijke achter de [[gifgasaanval op Halabja]], een aanval met [[chemische wapens]] tegen Iraakse [[Koerden]], waarbij in [[1988]] duizenden mensen om het leven kwamen, kreeg hij de bijnamen ''Ali Chemicali'' (met een knipoog naar ''Alie Cyaankali'', een lied op tekst van [[Annie M.G. Schmidt]] dat door ''[[Lia Dorana]]'' werd gezongen; in Engelstalige teksten wordt hij ''Chemical Ali'' genoemd) en ''de slager van Koerdistan.''


Al-Majid was militair [[gouverneur]] van [[Koeweit]] tijdens de Iraakse bezetting van [[1990]]/[[1991]]. Na de eerste [[Golfoorlog (1990-1991)|Golfoorlog]] had hij de leiding over de divisies van de [[Iraakse Republikeinse Garde|Republikeinse Garde]] die waren belast met het neerslaan van een opstand van [[Sjiisme|sjiieten]] in het zuiden van Irak.
Al-Majid was militair [[gouverneur]] van [[Koeweit]] tijdens de Iraakse bezetting van [[1990]]/[[1991]]. Na de eerste [[Golfoorlog (1990-1991)|Golfoorlog]] had hij de leiding over de divisies van de [[Iraakse Republikeinse Garde|Republikeinse Garde]] die waren belast met het neerslaan van een opstand van [[Sjiisme|sjiieten]] in het zuiden van Irak.

Versie van 18 mei 2013 21:07

Ali Hassan al-Majid
Ali Hassan al-Majid tijdens een verhoor in 2004
Ali Hassan al-Majid tijdens een verhoor in 2004
Algemene informatie
Geboren 30 november 1941
Tikrit, Irak
Overleden 25 januari 2010
Irak
Doodsoorzaak Doodstraf door ophanging
Nationaliteit Irakees
Religie Islam
Beroep Generaal, politicus
Bijnaam Ali Chemicali

Ali Hassan al-Majid (Tikrit, 30 november 1941 - Bagdad, 25 januari 2010) was een Iraakse generaal, politicus en oorlogsmisdadiger.

Biografie

Hij was een neef van de voormalige Iraakse dictator Saddam Hoessein en was onder meer minister van defensie in diens regime. Als de verantwoordelijke achter de gifgasaanval op Halabja, een aanval met chemische wapens tegen Iraakse Koerden, waarbij in 1988 duizenden mensen om het leven kwamen, kreeg hij de bijnamen Ali Chemicali (met een knipoog naar Alie Cyaankali, een lied op tekst van Annie M.G. Schmidt dat door Lia Dorana werd gezongen; in Engelstalige teksten wordt hij Chemical Ali genoemd) en de slager van Koerdistan.

Al-Majid was militair gouverneur van Koeweit tijdens de Iraakse bezetting van 1990/1991. Na de eerste Golfoorlog had hij de leiding over de divisies van de Republikeinse Garde die waren belast met het neerslaan van een opstand van sjiieten in het zuiden van Irak.

Tijdens de laatste Golfoorlog vermoedde men dat hij in april 2003 was overleden tijdens een aanval op zijn woning. Die bleek hij evenwel te hebben overleefd. Daarom kon het Amerikaanse leger hem op 21 augustus 2003 alsnog arresteren.

Tijdens zijn proces, op 11 januari 2007, gaf hij toe in 1988 opdracht te hebben gegeven tot executie van Koerden die tijdens de Anfal-campagne weigerden hun dorpen in het noorden van Irak te verlaten.[1] Op 2 april 2007 werd de doodstraf tegen hem geëist.[2] Nog diezelfde maand, op 26 april 2007, werden zijn vrouw en zijn dochter in hun huis in Tikrit door onbekenden vermoord.[3] Al-Majid zelf werd op 24 juni 2007 tot dood door ophanging veroordeeld.[4] Op 4 september 2007 werd zijn hoger beroep afgewezen door het Iraaks Hooggerechtshof.[5] Volgens het Iraakse recht moest hij binnen 30 dagen na het eindvonnis geëxecuteerd worden, maar dit werd uiteindelijk uitgesteld in verband met de Ramadan.[6] Op 18 oktober 2007 maakte een Iraakse regeringswoordvoerder bekend dat Ali Chemicali binnen enkele dagen zou worden geëxecuteerd.[7] Op 14 november 2007 werd bekend, dat de Iraakse regering ongeduldig is geworden met de overdracht van Ali Chemicali en nog twee andere veroordeelden door de Verenigde Staten. De vertraging in de executie van de drie mannen is veroorzaakt door het bezwaar tegen de executie van één van hen: sultan Hashem (de voormalige minister van Defensie onder Saddam Hoessein). De soennieten wilden hem sparen omdat hij slechts bevelen zou hebben opgevolgd.[8]

Op 21 augustus 2007 begon het proces tegen Al-Majid en veertien andere verdachten wegens hun aandeel in het neerslaan van een sjiitische opstand in het zuiden van Irak, in 1991. Deze opstand viel samen met de nasleep van de bevrijding van Koeweit.[9]

Eind februari 2008 stemde de presidentiële raad van Irak alsnog in met de door het hoger beroep-arrest van 4 september 2007 bekrachtigde, maar vervolgens uitgestelde ophanging van Al-Majid. De daarop volgende, hernieuwde uitvoeringsperiode van 30 dagen verstreek evenwel wederom zonder uitvoering van executie.

Op 20 april 2008 werd bekend, dat Al-Majid in hongerstaking was gegaan en in het ziekenhuis opgenomen.[10] Enkele dagen later (op 22 april 2008) verliet hij het ziekenhuis alweer, omdat zijn toestand stabiel zou zijn.[11]

Al-Majid werd daarna voor de tweede maal tot de doodstraf veroordeeld door een Iraakse rechtbank op 2 december 2008, dit keer wegens het neerslaan van de sjiitische opstand in het zuiden van Irak in 1991. Op diezelfde dag werd de oud-bestuurder van de Baath-partij Abdul-Ghani Abdul-Ghafur eveneens veroordeeld tot de doodstraf.[12]
Al-Majid is op 2 maart 2009 voor de derde keer veroordeeld tot de doodstraf, vanwege het vermoorden van Groot-Ayatollah Mohammed Sadiq al-Sadr in 1999.[13]

Op 2 augustus 2009 werd gemeld, dat Ali Hassan al-Majid tot zeven jaar gevangenisstraf werd veroordeeld door het Iraakse Hoge Tribunaal wegens de deportatie van Koerden in 1980. Tariq Aziz werd tot eenzelfde gevangenisstraf veroordeeld.[14]

Op 17 januari 2010 werd bekend, dat hij tot de strop veroordeeld was omdat hij in 1988 beval tot de gifgasaanval op de Koerdische plaats Halabja. Op 25 januari 2010 werd hij geëxecuteerd. [15]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Ali Hassan al-Majid op Wikimedia Commons.