Naar inhoud springen

IJssel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
IJssel
IJssel
Lengte 127 km
Debiet 265 m³/s
Bron Rijn, Westervoort
Monding Ketelmeer
Stroomt door de Nederlandse provincies Overijssel en Gelderland
Hoogwater langs de IJssel bij Bronkhorst
Portaal  Portaalicoon   Geografie
Kaart
De IJssel
De 'versteende' IJssel bij Wijhe
De IJssel bij Velp
De IJssel bij Zutphen
De IJssel bij Deventer

De IJssel (Nedersaksisch: Iessel(t)) of Geldersche IJssel (ter onderscheiding van de Hollandsche IJssel) is een Nederlandse aftakking van de Rijn. De rivier takt bij Westervoort (de IJsselkop) ten oosten van Arnhem af van de Rijn bij Kmr 878,6 en stroomt in noordoostelijke en later in noordelijke richting naar het Ketelmeer respectievelijk het IJsselmeer.

Lengte, breedte en hoogte

[bewerken | brontekst bewerken]

De lengte van de IJssel is 127 km, het is de langste rivier die uitsluitend over Nederlands grondgebied stroomt.[1] Bij Westervoort liggen de zomerkaden zo'n 70 meter van elkaar, bij Kampen is dat het dubbele. Bij hoogwater behoren ook de uiterwaarden tot het stroombedding. De IJssel staat dan tussen de winterdijken en kan plaatselijk vele honderden meters breed zijn. Het maximale verschil tussen de hoogste en de laagste waterstand ter hoogte van de stad Deventer bedraagt zes meter.

De loop van de rivier volgt de vallei tussen de Veluwe in het westen en de Sallandse Heuvelrug in het oosten, die het IJsseldal genoemd wordt. Van Deventer tot voorbij Hattem vormt de rivier de grens tussen Gelderland en Overijssel, maar doordat gedeelten van dat traject geheel op Overijssels grondgebied liggen (bij Deventer, Olst en Wijhe), is er wat Overijssels grondgebied aan de linkeroever. Het traject voorbij Hattem is geheel Overijssels.

De voornaamste steden aan de IJssel zijn Zutphen, Deventer, Zwolle en Kampen. Andere historische plaatsen aan de IJssel zijn Doesburg, Bronkhorst en Hattem.

De Oude IJssel, die bij Doesburg in de IJssel uitmondt, is de belangrijkste zijrivier. Andere zijrivieren zijn Baakse Beek, Berkel en Schipbeek.

Het Twentekanaal, een belangrijke gegraven vaarweg, komt tussen Zutphen en Deventer in de IJssel uit. Het Apeldoorns Kanaal is aan weerszijden verbonden met de IJssel, namelijk te Dieren en te Hattem. Het werd in 1972 voor de scheepvaart gesloten en heeft alleen nog landschappelijke betekenis. Plannen om het weer bevaarbaar te maken bleken economisch niet haalbaar.

Ten noorden van Kampen (Kampereiland) begint de IJsseldelta. Deze bestaat uit het Keteldiep, Kattendiep, Noorddiep, Ganzendiep en Goot. Alleen het Keteldiep en Kattendiep hebben nog altijd een waterafvoerende functie. Het Ganzendiep en de Goot staan niet langer in open verbinding met de IJssel. Het Noorddiep is aan beide zijden afgedamd. Vroeger bestonden er nog meer aftakkingen. Deze zijn al in de 19e eeuw geheel verzand en/of gedempt.[2]

Tussen 2014 en 2018 werd een extra geul richting IJsselmeer uitgegraven, die voor de stad Kampen aftakt van de IJssel. Dit zogenaamde Reevediep was nodig om bij extreem hoge waterstanden meer water via de IJssel te kunnen afvoeren richting de randmeren.

In de eenentwintigste eeuw is door aardwetenschappelijk onderzoek aangetoond dat de IJssel pas in de Vroege Middeleeuwen (tussen 400 en 700 na Chr.) op natuurlijke wijze is ontstaan door overstromingen van de Rijn met erosie en sedimentatie als gevolg.[3][4] Daarvoor waterde het gebied ten zuidoosten van Zutphen via de Oude IJssel en de Berkel naar het zuiden af. Door een in de loop der tijd verslechterende afvoer zou een barrière bij Zutphen zijn doorbroken waardoor de stroomrichting van de IJssel zich naar het noorden verplaatste. Archeologen wijzen er op dat Deventer omstreeks 800 al een belangrijke handelsplaats was met een vrije doorvaart naar het zuiden. Er werden immers op grote schaal Rijnlandse producten verhandeld en in 896 neemt Deventer de positie van de rivierhandelsplaats Dorestad over.[5] De IJssel is in ieder geval een betrekkelijk jonge rivier die een al veel langer bestaand dal tussen Veluwe en Salland volgt.

Aan het begin van de Romeinse Tijd was de IJssel nog niet verbonden met de Rijn. Enkele Romeinse geschiedschrijvers vermeldden dat de veldheer Drusus vanuit de Rijn een naar hem genoemd kanaal groef, waardoor een verbinding ontstond met het Flevomeer (voorloper van het IJsselmeer).[6] Vanuit het Flevomeer en via het Vlie konden Romeinse schepen de noordelijke kusten van Germanië bereiken, dat ze tot de Elbe wilden veroveren. De Drususgracht werd waarschijnlijk kort na 12 v.C. aangelegd, maar mogelijk pas in 16 n.C. gebruikt voor een grote militaire actie. Aannemelijk is dat een verbinding werd gegraven tussen de Rijn bij Westervoort en de toenmalige bovenloop van de Oude IJssel bij Doesburg. Toen de Romeinen rond 47 n.C. hun plannen om Germanië te veroveren opgaven, had de Drususgracht geen functie meer. Mogelijk is ze toen verzand of zelfs uit voorzorg dichtgeworpen. Ook het wegvallen in 70 n.C. van de Drususdam, die Rijnwater naar het noorden (en de IJssel) stuwde, kan ermee te maken hebben. Vanaf de vroege middeleeuwen staat de IJssel weer als tak van de Rijn bekend, nadat ze op natuurlijke wijze of door menselijk ingrijpen opnieuw was geactiveerd.[7]

Een oude naam van de IJssel is Isala, wat net als de streek Salland is afgeleid van de Salische Franken of Saliërs. Dit was een belangrijk stammenverbond van Germanen in het IJsseldal en Salland, dat zich in reactie op de macht van het Romeinse Rijk gevormd had. Later waren zij onderdeel van het Frankische Rijk. De naam Isala/IJssel zou ook refereren aan het Latijnse woord voor 'stroom'. In een schenkingsakte uit 797 na Chr. is er sprake van bossen langs de Hisla. Het noordelijk deel van de Gelderse IJssel wordt in 814/815 ook aangeduid als Salahon, hetgeen betekent daar waar de IJssel uitmondt.[8]

Reeds in de vroegste middeleeuwen kwamen de steden Zutphen (als machtscentrum) en Deventer (als handelscentrum) dankzij hun ligging aan de IJssel tot grote bloei. Ook de Vikingen konden de nederzettingen via de IJssel bereiken en plunderen. Een gedocumenteerde plundering vond plaats in 882. Archeologische sporen ervan zijn in Zutphen en Deventer opgegraven. Later, in de tijd van de Hanze (+/- 1250-1450), was de IJssel een belangrijke internationale handelsroute; De steden langs de IJssel: Doesburg, Zutphen, Deventer, Hattem, Zwolle en Kampen waren dan ook bij de Hanze aangesloten.

Overijssel is (via de Heerlijkheid Overijssel) vernoemd naar de IJssel en plaatste in 1948 een symbolische weergave van de rivier in de Overijsselse provincievlag.

De IJssel bij Deventer in 1567

Vanaf de 15e eeuw werd de rivier steeds minder goed bevaarbaar door verzanding. Oorzaak was met name de Sint-Elisabethsvloed waardoor de Waal een kortere weg kreeg naar de zee en er minder water zich een weg zocht via de IJssel. In de 18e eeuw werd om dit probleem op te lossen het Pannerdensch Kanaal gegraven en sprak men af dat de IJssel recht heeft op 1/9 van al het Rijnwater. Deze verdeling, die wordt geregeld met stuwen bestaat nog steeds. Behalve voor de bevaarbaarheid van de IJssel is deze ingreep belangrijk voor een zo groot mogelijke zoetwatervoorraad in het IJsselmeer, dit is belangrijk voor droge tijden.

Om de scheepvaart op de IJssel te waarborgen is de huidige geul kunstmatig verdiept met behulp van kribben. Bij lage afvoer zorgen de kribben voor een smaller stroombed. Daardoor wordt de stroming beïnvloed; de stroomsnelheid neemt toe. Dit helpt om de IJssel voldoende diep te houden voor de scheepvaart.

In verband met de klimaatverandering wordt in het kader van het project Ruimte voor de rivier tussen 2006 en 2019 door onder andere het graven van nevengeulen de capaciteit van de IJssel vergroot. Bovendien werd in het kader van de aanwijzing van de IJsseluiterwaarden als Natura 2000-gebied, ter vergroting van de natuurwaarden een deel van de 'verstening' van de rivieroevers ongedaan gemaakt. Eerder aangebrachte stenen bescherming van de oevers tussen de kribben werd verwijderd. Hierdoor vindt in de rivier meer zandverplaatsing plaats.[9] Volgens critici zouden deze veranderingen gevolgen kunnen hebben voor de bevaarbaarheid.

De Geldersche IJssel is een betonde en bebakende vaargeul normaal geschikt voor schepen tot en met CEMT-klasse Va. De toegestane afmeting algemeen zijn 110 meter lang, 11½ meter breed en 2,8 meter diepgang.[10] De maximale hoogte is 9,1 meter boven de waterlijn (wegens vaste bruggen, hoogspanninglijnen en dergelijke).

Op de IJssel vindt jaarlijks op de laatste zondag van september de Veluwerally plaats. Dit is een van de grootste kano/kajak-prestatietochten in Nederland. De startplaats was lang in Giesbeek, maar sinds 2016 vertrekt men uit Deventer.[11]

Hoewel de naam steeds vaker met dubbel-s geschreven werd hanteerde de gemeente Deventer lang de traditionele schrijfwijze met slechts één s. Reden hiervoor was dat in archieven de rivier steeds IJsel genoemd werd. De Deventer gemeenteraad bevestigde in 1964 deze schrijfwijze officieel. In 1991 besloot ze echter toe te geven aan het feit dat spelling levend is en de meeste mensen niet IJsel maar IJssel schrijven.[12] Een voorbeeld van de oude spellingswijze in Deventer was lange tijd nog zichtbaar in de naam van de Hogeschool IJselland (tegenwoordig Saxion).

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie IJssel van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.