Naar inhoud springen

damiaatjes: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:



{{nodef}}[[Bestand:Under construction animated.gif]]
{{=nld=}}
{{=nld=}}
[[afbeelding:Bert_van_Veldhuijsen_bekijkt_de_klokken_en_de_slaghamers_in_de_toren_van_de_Grote_of_St._Bavokerk._Bert_is_één_van_de_medewerkers_van_het_GEB_die_iedere_vrijdagochtend_de_uurwerken_van_de_stad_control.JPG|thumb|{{pn}}]]
[[afbeelding: |thumb|]]
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
Regel 9: Regel 9:
*da·mi·aa·tjes
*da·mi·aa·tjes
{{-etym-}}
{{-etym-}}
*Afleiding van Damiate
*Afleiding van Damiate een stad in Egyote
{{-nlnoun-|{{pn}}||||}}
{{-nlnoun-||||{{pn}}}}
{{-noun-|nld}}
{{-noun-|nld}}
{{-l-|n}} {{wnt-r|}}
{{-l-|p}}
#2 Haarlemse kerkklokken
#2 kerkklokken van de Oude St.-Bavokerk te Haarlem
{{citeer|boek|jaar=1930|auteur=Jacobus van Looy|titel=Jacobus|isbn=9788728433317|uitgever=Saga|taal=nl|citaat= Alle andere avonden, na de teekenles, verzelde hij meester Juulsen naar zijn huis, onderwijl de '''Damiaatjes''' hoog in de frissche lucht hun klippe klip lieten klinken weêr; beklom met hem de steile, wiegelende trap naar het ateljee, waar op de bovenste trede de blaker blonk met het lichtje.}}
{{citeer|boek|jaar=1930|auteur=Jacobus van Looy|titel=Jacobus|isbn=9788728433317|uitgever=Saga|taal=nl|citaat= Alle andere avonden, na de teekenles, verzelde hij meester Juulsen naar zijn huis, onderwijl de '''Damiaatjes''' hoog in de frissche lucht hun klippe klip lieten klinken weêr; beklom met hem de steile, wiegelende trap naar het ateljee, waar op de bovenste trede de blaker blonk met het lichtje.}}
#

{{-syn-}}
*
{{-ant-}}
*
{{-trans-}}
{{trans-top|1. }}
* {{eng}}:
{{trans-bottom}}
{{-preval-}}
{{-preval-}}
{{niet-GB}}
{{niet-GB}}

Huidige versie van 8 jul 2024 om 08:46


damiaatjes
  • da·mi·aa·tjes
  • Afleiding van Damiate een stad in Egyote
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord damiaatjes

de damiaatjesmv

  1. 2 kerkklokken van de Oude St.-Bavokerk te Haarlem
     Alle andere avonden, na de teekenles, verzelde hij meester Juulsen naar zijn huis, onderwijl de Damiaatjes hoog in de frissche lucht hun klippe klip lieten klinken weêr; beklom met hem de steile, wiegelende trap naar het ateljee, waar op de bovenste trede de blaker blonk met het lichtje.[1]
  1. “Jacobus” (1930), Saga, ISBN 9788728433317