Naar inhoud springen

Germaans

Uit WikiWoordenboek
ISO 639-2
gem
  • Ger·maans
  • Afgeleid van Germaan met het achtervoegsel -s
enkelvoud meervoud
naamwoord Germaans -
verkleinwoord - -

Germaans o

  1. (taal) de taal die eertijds door de Germanen gesproken werd
    • Het Germaans was een Indo-Europese taal. 
  • De gereconstrueerde taal wordt meestal Protogermaans genoemd.
  • In ISO 639-3 zijn er (nog) geen codes voor gereconstrueerde talen. Er is alleen een ISO 639-2 code voor de collectieve Germaanse talen, die door wiktionary daarvoor in de plaats gebruikt wordt.

{{adjcomp|p=1|Germaans|Germaanse|Germaanser|Germaansere|Germaanst|Germaanste|part={{pn}|partcomp=Germaansers}}

Germaans

  1. tot de Germanen, een volk uit de oudheid, behorend
    • De Germaanse overwinning in het Teutoburger woud heugde de Romeinen nog lang. 
  2. betrekking hebbend op de taal der Germanen en de talen die er van afstammen
    • Nederlands is een Germaanse taal.