Naar inhoud springen

tajo

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 2 mei 2017 om 08:28 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ta·jo
enkelvoud meervoud
tajo tajos

tajo m

  1. (medisch) insnijding
  2. snee, houw, jaap


vervoeging van
tajar

tajo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tajar