Naar inhoud springen

kochen

Uit WikiWoordenboek
Versie door De Wikischim (overleg | bijdragen) op 25 jul 2023 om 16:18 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=deu=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|de-{{pn}}.ogg|{{pn}}|deu}} *{{WikiW|IPA}}: {{-syll-}} *ko·chen {{-etym-}} {{-destam-|kochen|kochte|(hat) gekocht|7={{dezwak}}|8=niet-samengesteld}} {{-verb-|deu}} '''{{pn}}''' #{{ov|deu}}, {{kookkunst|deu}} koken [3], een maaltijd bereiden {{bijv-2|Was hast du '''gekocht'''?|Wat heb je '''gekookt'''?}} #{{erga|deu}} koken [2], de kooktemperatuur bereiken {{bijv-2|Das Was...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ko·chen
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kochen
kochte
(hat) gekocht
zwak volledig niet-samengesteld

kochen

  1. overgankelijk, (kookkunst) koken [3], een maaltijd bereiden
    «Was hast du gekocht
    Wat heb je gekookt?
  2. ergatief koken [2], de kooktemperatuur bereiken
    «Das Wasser kocht
    Het water kookt.