Naar inhoud springen

Centimeter

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Grotere/kleinere eenheden
fac­tor naam sym­bool
10−15 femtometer
of fermi
fm
10−12 picometer pm
10−10 ångström Å
10−9 nanometer nm
10−6 micrometer
of micron
µm
10−3 millimeter mm
10−2 centimeter cm
10−1 decimeter dm
1 meter m
101 decameter dam
102 hectometer hm
103 kilometer km
106 megameter Mm
109 gigameter Gm
1012 terameter Tm

Een centimeter (cm) is een lengte van 0,01 meter = 10 mm.

Centi komt van het Latijnse woord 'centum', honderd.

De centimeter is de gebruikelijke eenheid voor metingen in huiselijke omstandigheden, bijvoorbeeld lichaamslengte, afmetingen van meubels, kleding enzovoort. In technische tekeningen wordt liever de millimeter gebruikt.

Vroeger werd de capaciteit van condensatoren wel in centimeters uitgedrukt; 1 cm ≈ 1,11 pF.[1]

Een oprolbaar meetlint wordt ook wel een centimeter genoemd. Dat is vergelijkbaar met de micrometer, die zowel een lengte-eenheid als een meetinstrument is, hoewel dit meetinstrument niet zo nauwkeurig is als de naam doet vermoeden.

  1. Ir. Dr. A. Korevaar, Ir. G. Boes: Elektrotechnische W.P. encyclopedie, Elsevier, 1958, p. 87