Naar inhoud springen

Eerste Scheidsrechterlijke Uitspraak van Wenen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
In het rood de gebieden die Slowakije moest afstaan aan Hongarije
In rood de nieuwe grens met Hongarije in Roethenië

De Eerste Scheidsrechterlijke Uitspraak van Wenen was een overeenkomst tussen asmogendheden nazi-Duitsland en Italië waarbij Tsjecho-Slowakije gedwongen werd om het zuidelijk deel van Slowakije (inclusief Kassa (nu Košice) en Subkarpatisch Roethenië (nu een deel van Oekraïne) af te staan aan Hongarije. De ondertekening hiervan gebeurde op 2 november 1938.

Voorgeschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 30 september 1938 werd via het Verdrag van München bepaald dat het Sudetenland met de daar woonachtige Volksduitsers zou worden ingelijfd bij nazi-Duitsland. Met dit gebied verloor Tsjecho-Slowakije tezamen met het grootste deel van zijn militaire verdediging en vestingwerken aan de grens met Duitsland ook delen van zijn industrie, waardoor het nagenoeg weerloos achterbleef. Het land werd een soort Tsjecho-Slowaakse federatie tussen Tsjechië, Slowakije en Subkarpatisch Roethenië. Ook Hongarije stelde toen territoriale eisen met betrekking tot het Tsjecho-Slowaaks gebied maar deze eis was tijdens het Verdrag van München blijven liggen.

Op 2 november 1938 werd alsnog een belangrijk deel van de Hongaarse territoriale eis ingewilligd. Duitsland en Italië wezen toen de zuidelijke grensstrook van Slowakije, tegen de eerder gemaakte Duitse beloftes in, via de Eerste Scheidsrechterlijke Uitspraak van Wenen aan Hongarije toe. Daartoe behoorde ook 20% van Roethenië. Hitler ging intussen voort met de ondermijning van Tsjecho-Slowakije. Hij moedigde de Slowaken en Roethenen aan zo min mogelijk rekening te houden met de centrale regering in Praag. Gesteund door Hitler riepen de Slowaakse separatisten op 14 maart 1939 de onafhankelijkheid van Slowakije uit. In de nacht van 14 op 15 maart 1939 werd de Tsjechische president door Hitler gedwongen de overgave te tekenen en op 15 maart 1939 werd Tsjechië met de hoofdstad Praag bezet door Duitse troepen. Op dezelfde dag zou Karpato-Roethenië zijn onafhankelijkheid uitroepen. Hongarije viel het dichtstbevolkte en vruchtbaarste zuidwestelijke gedeelte van dit gebied binnen, inclusief de hoofdstad Oezjhorod, en annexeerde het. De regering van Karpato-Oekraïne week uit naar Choest. Op 23 maart 1939 veroverde Hongarije vervolgens de rest van Roethenië, samen met delen van Slowakije.