Hendrik Jan de Marez Oijens
Drs. Hendrik Jan de Marez Oijens ('s-Gravenhage, 13 april 1889 - Huis ter Heide, 24 oktober 1953) was een classicus en leraar aan onder andere het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam.
Familie
[bewerken | brontekst bewerken]Oijens was een lid van het geslacht Oijens en een zoon van mr. Johannes Christiaan de Marez Oyens (1845-1911), minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, en Maria Sophia Catharina von Weckherlin (1855-1912).
Oijens trouwde drie maal. Zijn echtgenote was sinds 1915 Ida Agatha Breslauer (1898), sinds 1926 was het Tamara Mateo (1904-1981) en sinds 1944 betrof het Olga Schilt (1923-2014), vertaalster Frans, Duits en Italiaans. Uit het eerste en tweede huwelijk werd elk één kind geboren: Alma (1916-2005) en Willem (1927-2015). Uit het derde huwelijk werden twee zonen geboren, Eric Jan (1945-2018), ook docent (filosofie), en Felix Benjamin (1946), bibliografisch expert bij Christie's en voorzitter van de Breslauer Foundation.
Loopbaan
[bewerken | brontekst bewerken]In 1913 legde Oijens het kandidaatsexamen in de klassieke letteren af.[1] Na de afronding van zijn studie klassieke talen werd hij docent klassieke talen, in 1926 (tijdelijk) docent in 's-Gravenhage.[2] Enkele maanden later werd hij benoemd tot leraar klassieke talen aan het Baarns lyceum.[3] In 1940 werd hij benoemd tot leraar aan het Barlaeus.[4] Hij vestigde zich daarop aan de Keizersgracht 630.[5]
Oijens was ook een muziekliefhebber en schreef teksten voor de programmaboekjes van het Concertgebouworkest; hij kende ook de weduwe Alma Mahler-Werfel (1879-1964) naar wie hij vermoedelijk zijn oudste dochter noemde.[6]
Louis Couperus
[bewerken | brontekst bewerken]Oijens werd bekend door zijn hulp die hij als classicus verleend heeft aan de schrijver Louis Couperus (1863-1923). Toen Couperus in 1917 logeerde bij zijn vriend Herman Roelvink (1883-1957) rondde hij zijn roman De komedianten af. Hij werd daarbij geholpen door Oijens, volgens Couperus' biograaf Frédéric Bastet;[7] Oijens zelf merkte op: " 'De komedianten'? Dat hebben wij sámen geschreven!" De hulp bestond uit het helpen met Latijnse termen en antiquarische details.
- Nederland's Patriciaat 72 (1988), p. 384 e.v.
Noten
- ↑ Het nieuws van den dag en Algemeen Handelsblad, 10 juli 1913.
- ↑ NRC, 16 februari 1926
- ↑ Algemeen Handelsblad, 2 juni 1926
- ↑ De Tijd, 26 juni 1940.
- ↑ Algemeen Handelsblad, 1 augustus 1940.
- ↑ Keep these letters, please! A written portrait of the Concertgebouw Orchestra 1904-1921. Amsterdam/Bussum, 1998, p. 76-78 (ongedateerde brief van Alma Mahler aan Oijens, facsimile met transcriptie).
- ↑ Frédéric Bastet, Louis Couperus. Een biografie. Amsterdam, 1987, p. 525-526.