Naar inhoud springen

Arpitaans

Uit WikiWoordenboek
ISO 639-3
frp
bestand
  • Uit het Arpitaanse woord arpitan, wat bergbewoner of herder betekent. De woord is gevormd vanaf de pre-Indo-Europese stam alp-, wat de variant arp- gaf in de Arpitaanse taal. Dit woord beschrijft een hooggelegen bergweide, hetgeen het taalgebied kenmerkt.
  • Ar·pi·taans
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Arpitaans - -
verkleinwoord - - -

het Arpitaanso

  1. geen meervoud (taal) Romaanse taal die gesproken wordt in Oost-Frankrijk (centraal Rhônedal en Savoie), in het grootste deel van Franstalig Zwitserland en in Noordwest-Italië (vooral in het Aostadal), verdeeld in vele dialecten. Het taalgebied wordt ook wel Arpitanië genoemd.
    • Samen met de Langues d'Oc en de Langues d'Oïl vormt het Arpitaans de groep van de Galloromaanse talen. 
stellend
onverbogen Arpitaans
verbogen Arpitaanse

Arpitaans

  1. betrekking hebbende op Arpitanië of de Arpitanen.


Arpitaans

  1. (taal) Arpitaans