aards

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aards    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aards

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van aarde met het achtervoegsel -s

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	aards	aardser	aardst
verbogen	aardse	aardsere	aardste
partitief	aards	aardsers	-

Bijvoeglijk naamwoord

aards

1. betrekking hebbende op de aarde, tot de aarde behorend

   • Het vakantieoord lijkt wel het aardse paradijs. 

2. betrekking hebbend op grond of gesteente

   ▸ De ronde bergen in de verten kleurden pastelblauw en lila en vormden een mooi contrast met de warme aardse kleuren om mij heen.

3. religieus: op het huidige leven hier op aarde betrekking hebbend

   • Eens verlaten wij dit aardse tranendal. 

Antoniemen

• onaards
• [2] hemels

Verwante begrippen

• aarde

Hyponiemen

• bovenaards, buitenaards, onderaards

Afgeleide begrippen

• aardsgezind, aardsheid

Vertalingen

    1. betrekking hebbende op de aarde, tot de aarde behorend   

Duits: irdisch (de) Engels: terrestrial (en) Frans: terrestre (fr) Italiaans: terrestre (it), terreno (it)

Noors: jordisk (no) Nynorsk: jordisk (nn) Spaans: terrestre (es), terrenal (es)

    2. op het huidige leven hier op aarde betrekking hebbend   

Engels: earthly (en)

Gangbaarheid

• Het woord aards staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aards" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.