bello

Interlingua

Zelfstandig naamwoord

bello

1. oorlog

Spaans

Uitspraak

• IPA: /ˈbe.ʝo/

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	bello	bellos
vrouwelijk	bella	bellas

Woordafbreking

• be·llo

Bijvoeglijk naamwoord

bello

1. schoon, mooi, knap

Synoniemen

• [1] hermoso, bonito, guapo, lindo

Italiaans

Uitspraak

• IPA: /ˈbɛl.lo/

	enkelvoud	meervoud
mannelijk	bel/bell'	bella/bell'
vrouwelijk	bei/begli	belle

Woordafbreking

• be·llo

Bijvoeglijk naamwoord

bello

1. schoon, mooi, knap

Synoniemen

• [1] affascinante, delizioso, magnifico