goocheltoer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  goocheltoer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• goo·chel·toer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  goochel zn  en  toer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	goocheltoer	goocheltoeren
verkleinwoord	goocheltoertje	goocheltoertjes

Zelfstandig naamwoord

de goocheltoer m

1. een 'toverkunstje' van een goochelaar

   ▸ Er waren kooplui, die door een goocheltoer met snelle vingers te verrichten, de aandacht der menschen tot zich trokken en zoo een groepeering om zich vormden.

2. handeling die haast onmogelijk lijkt

Synoniemen

• goocheltruc, goochelnummer, goochelkunstje

Hyponiemen

• verdwijntruc

Gangbaarheid

• Het woord goocheltoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.