løp

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / løːp /

Woordafbreking

• løp

Naar frequentie	581

Werkwoord

løp

1. verleden tijd van løpe

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	løp	løpet	løp	løpa løpene
genitief	løps	sløpets	løps	løpas løpenes

Zelfstandig naamwoord

løp, o

1. (het) lopen
2. loop (bijv. van het jaar, van een rivier, van de planeten, van de zon)
3. (sport) manche
4. (sport) race
5. (sport) geweerloop
6. afloop, inloop

Afgeleide begrippen

• [2]: forløp
• [2]: kretsløp
• [3]: bakkeløp
• [3]: hastighetsløp
• [3]: hurtigløp
• [3]: kunstløp
• [3]: maratonløp
• [3]: skiløp
• [3]: skøyteløp
• [5]: børseløp
• [5]: kanonløp
• [5]: innløp
• [5]: utløp

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: i løpet av

in de loop van, tijdens

• [2]: i det lange løp

op lange termijn

• [3-4]: dødt løp

onbesliste wedstrijd

Zelfstandig naamwoord

løp, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van løp

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / løːp /

Woordafbreking

• løp

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	løp	løpet	løp	løpa

Zelfstandig naamwoord

løp, o

1. (het) lopen
2. loop (bijv. van het jaar, van een rivier, van de planeten, van de zon)
3. (sport) manche
4. (sport) race

Uitdrukkingen en gezegden

• [3-4]: dødt laup

onbesliste wedstrijd

Zelfstandig naamwoord

løp, mv

1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van løp