lectoraat

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lectoraat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lec·to·raat

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van lector met het achtervoegsel -aat

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lectoraat	lectoraten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het lectoraat o

1. waardigheid, ambt of rang van lector
2. een van de geestelijke graden

Gangbaarheid

• Het woord lectoraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lectoraat" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
90 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.