leesplank
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/4/46/Eenzame_jongen_met_leesplank_op_schoolplein_-_Lonely_boy_with_primer_in_the_schoolyard_%283896157644%29.jpg/220px-Eenzame_jongen_met_leesplank_op_schoolplein_-_Lonely_boy_with_primer_in_the_schoolyard_%283896157644%29.jpg)
(jaren 1950).
- lees·plank
- samenstelling van lees ww en plank [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leesplank | leesplanken |
verkleinwoord | leesplankje | leesplankjes |
- (onderwijs) een plank(je) met richels waarop, onder afbeeldingen, met losse letters woorden gevormd moeten worden teneinde hiermee vertrouwd te raken
![](http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/f/fc/Klassikale_Leesplank_MB_Hoogeveen%2C_foto_1.jpg/270px-Klassikale_Leesplank_MB_Hoogeveen%2C_foto_1.jpg)
- Het woord leesplank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leesplank" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %