oligomeer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oligomeer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oli·go·meer

Woordherkomst en -opbouw

• met het voorvoegsel oligo- en met het achtervoegsel -meer

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oligomeer	oligomeren
verkleinwoord	oligomeertje	oligomeertjes

Zelfstandig naamwoord

het oligomeer o

1. (scheikunde) een molecuul dat uit een beperkt aantal aan elkaar geregen gelijke delen bestaat

   • Er zijn van deze stof een aantal oligomeren bekend. 

Verwante begrippen

• dimeer, trimeer, tetrameer, monomeer, polymeer

Vertalingen

    1. stof met beperkt aantal gelijke delen   

Arabisch: قليل وحدات (ar) Chinees: 低聚物 (zh) Duits: Oligomer (de) Engels: oligomer (en) Estisch: oligomeer (et) Fins: oligomeeri (fi) Frans: oligomère (fr) Hebreeuws: אוליגומר (he) Hongaars: oligomer (hu) Indonesisch: oligomer (id) Italiaans: oligomero (it)

Japans: オリゴマー (ja) Oekraïens: олігомер (uk) Pools: oligomery (pl) Portugees: oligômero (pt) Russisch: олигомер (ru) Servisch: oligomer (sr) Sloveens: oligomer (sl) Spaans: oligómero (es) m Tsjechisch: oligomer (cs) m onbezield Turks: oligomer (tr) Zweeds: oligomer (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'oligomeer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.