Naar inhoud springen

schoondochter

Uit WikiWoordenboek
  • schoon·doch·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord schoondochter schoondochters
verkleinwoord schoondochtertje schoondochtertjes

de schoondochterv

  1. (familie) de vrouw van een zoon of dochter
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]