tegengif

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tegengif    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• te·gen·gif

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘neutraliserend middel’ voor het eerst aangetroffen in 1599
• samenstelling van  tegen  en  gif 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tegengif	tegengiffen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tegengif o

1. (medisch) een middel dat de werking van een gif neutraliseert of afzwakt

   • Een tegengif tegen cyanidevergiftiging. 
   • Vermoorde halfbroer Kim Jong-un had tegengif zenuwgas VX in tas  

2. (figuurlijk) iets waardoor iets anders teniet wordt gedaan

   • Zuiver kunnen waarnemen is een tegengif tegen dit soort eenzijdig, stereotiep denken. 

Synoniemen

• tegengift
• [1] antidotum
• [2] remedie

Verwante begrippen

• geneesmiddel, gif, medicijn, vergif

Vertalingen

    1. een middel dat de werking van een gif neutraliseert of afzwakt   

Catalaans: antídot (ca) Deens: modgift (da) Duits: Gegengift (de) o Engels: antidote (en) Frans: antidote (fr) m

Italiaans: antidoto (it) Noors: motgift (no) Spaans: antídoto (es) m Turks: panzehir (tr)

Gangbaarheid

• Het woord tegengif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegengif" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.