triplet

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  triplet    (hulp, bestand)
• IPA: / triˈplɛt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• tri·plet

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stel van drie’ voor het eerst aangetroffen in 1856

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	triplet	triplets tripletten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

triplet m / o

1. stel van drie bij elkaar horende zaken

Afgeleide begrippen

• tripletzuurstof

Gangbaarheid

• Het woord triplet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "triplet" herkend door:

70 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

A triplet

Engels

Uitspraak

• Geluid:  triplet(US)    (hulp, bestand)

enkelvoud	meervoud
triplet	triplets

Zelfstandig naamwoord

triplet

1. (muziek) triool

Hyperoniemen

• tuplet

Verwante begrippen

• duplet, quadruplet, quintuplet, sextuplet, septuplet