vraatzuchtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vraatzuchtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vraat·zuch·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van vraatzucht met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	vraatzuchtig	vraatzuchtiger	vraatzuchtigst
verbogen	vraatzuchtige	vraatzuchtigere	vraatzuchtigste
partitief	vraatzuchtigs	vraatzuchtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

vraatzuchtig

1. gekenmerkt door vraatzucht

Afgeleide begrippen

• vraatzuchtigheid

Vertalingen

    1.   

Spaans: glotón (es)

Gangbaarheid

• Het woord vraatzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vraatzuchtig" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.