méd

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• méd

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse woord miðr, via mið.

Zelfstandig naamwoord

méd o

1. een van twee oogpunten in de landschap met zichtverbinding.
2. een snijpunt van twee zichtlijnen.

   «Båten ligg i médet.»

   Het boot is in de snijpunt gelegen.

3. zichtlijn
4. een hengelplaats in de snijpunt van twee zichtlijnen.
5. doel

Verbuiging

o	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	méd	médet	méd	méda
genitief

bijvormen	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief				médi
genitief

Uitdrukkingen en gezegden

ha korkje mål eller méd

• Noch en doel noch en opzet hebben.