pistol

Engels

Uitspraak

• Geluid:  pistol (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /pɪstəl/

enkelvoud	meervoud
pistol	pistols

Zelfstandig naamwoord

pistol

1. pistool

Indonesisch

Woordafbreking

• pis·tol

Woordherkomst en -opbouw

• van het Nederlands "pistool"

Zelfstandig naamwoord

pistol

1. pistool, revolver

Schrijfwijzen

• pistul

Synoniemen

• beceng

Afgeleide begrippen

• berpistol, memistol, pistol-pistolan
• pistol air, pistol angin

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /pɪˡstuːl/

Woordafbreking

• pis·tol

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig uit het Duits of Frans met Tsjechische of Italiaanse oorsprong.

Zelfstandig naamwoord

pistol

1. pistool

   «Mannen truet den ansatte med en pistol mot hodet.»

   De man bedreigde de medewerker met een pistool tegen het hoofd.

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	pistol	pistolen	pistoler	pistolene
genitief	pistols	pistolens	pistolers	pistolenes

Hyperoniemen

• ildvåpen, skytevåpen, våpen

Afgeleide begrippen

• automatpistol

Verwante begrippen

• børse, gevær, hagle, revolver, rifle

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /pɪˡstuːl/

Woordafbreking

• pis·tol

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig uit het Duits of Frans met Tsjechische of Italiaanse oorsprong.

Zelfstandig naamwoord

pistol

1. pistool

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	pistol	pistolen	pistolar	pistolane
genitief

Hyperoniemen

• eldvåpen, skytevåpen, våpen

Afgeleide begrippen

• automatpistol

Verwante begrippen

• børse, gevær, hagle, revolver, rifle

Papiaments

Zelfstandig naamwoord

pistol

1. pistool